Mijn eerste herinneringen aan sport spelen zich af op de tennisbaan. Ik was zes, had net mijn zwemdiploma B op zak en mocht eindelijk op tennis. Wat een feest. Op woensdagmiddag direct uit school naar de tennisbaan, waar ik nog geen bal over het net kreeg. Op zesjarige leeftijd had ik alles behalve talent voor tennis en mijn dunne armpjes hadden totaal geen kracht om – zelfs de zachte oranje ballen – terug te slaan. Ik begon tennis dan ook al heel snel als een verplichting te zien en een verplichting was stom, ook op zesjarige leeftijd.
Toch heb ik nog aardig lang doorgezet, met aanmoedigingen van mijn ouders die me altijd vertelde ‘als je later groot bent zul je blij zijn dat je kunt tennissen, als je dan een keertje gevraagd wordt om tennis te spelen, dan kun je tenminste een beetje spelen’. Nou, het is me dus slechts een keertje goed van pas gekomen, een jaar of acht geleden, toen ik ging tennissen op een date. Sindsdien heb ik – helaas – geen tennisracket meer aangeraakt, want niemand die hier in de buurt woont wil met mij tennissen. En ironisch genoeg, heb ik nu dus echt ontzettend veel zin om een potje te tennissen. Het prachtige donkerblauwe tennisjurkje van Nike dat al acht jaar werkloos in mijn kast hangt kan hier ook iets mee te maken hebben.
Van (de twee jaar jongere) Arantxa Rus heb ik nooit een punt gewonnen…
Twee jaar nadat ik begonnen was met tennissen lukte het me eindelijk om ballen over het net te slaan en mocht ik zelfs competitie spelen. Ik behoorde nooit tot de beste, maar het was niet alleen maar kommer en kwel, ik won gelukkig ook wel eens wat. Wisten jullie trouwens dat ik ooit wel eens tegen Arantxa Rus heb gespeeld. Zij is twee jaar jonger dan ik en speelde bij dezelfde club, maar geloof me, ik heb geen enkel punt tegen haar gemaakt. Ik denk dat ik een jaar of veertien was toen ik uiteindelijk stopte met tennis. Zoveel geklaagd bij mijn ouders dat ik er geen zin in had en dat ik het niet meer wilde, dat ze zich uiteindelijk gewonnen gaven.
Ooit was ik een ballerina..
Op mijn negende mocht ik een tweede sport uitkiezen en dat werd jazz-ballet. Zeven jaar lang stond ik iedere week in de balletschool met mijn vriendinnen. Ook hier had ik zeer weinig talent voor. Motorisch gestoord noem ik mezelf ook weleens. Het duurde een half jaar voordat ik doorhad hoe je de Chassé deed (wat ik deed was meer huppelen) en als je de Pas de Pourret dan ineens achteruit in plaats van vooruit moest doen, raakte ik het ook helemaal kwijt. Bij de uitvoering die we eens in de twee jaar in de schouwburg hadden, stond ik dan ook meestal zo goed als achteraan. “Omdat ik lang was” zeiden ze dan, maar ik wist wel beter.. alle lange meisjes die goed waren stonden wel vooraan. Op mijn zestiende had ik het uiteindelijk helemaal gehad met dansen, het was midden in mijn ‘luie puber’ periode en ik ging op vrijdagavond liever in bed liggen of met vriendinnen iets drinken dan dat ik naar ballet ging. Dit betekende het einde van mijn carrière als danseres.
Voordat ik hardliep, skeelerde ik…
Laten we het dan nog even hebben over skeeleren, want dat heb ik HEEL veel gedaan. Toen ik op de basisschool zat ging ik vaak samen met mijn vader en mijn broertje op zondagochtend een rondje skeeleren. Ik kom oorspronkelijk uit een tuinbouwgebied en dat betekent dat er in de buurt veel asfaltwegen waren waar je heerlijk op kunt skeeleren op zondagmorgen. Het leukste vond ik als we op skeelers naar mijn opa en oma gingen, die tien kilometer verderop woonden. Voordat ik begon met hardlopen – in mijn luie periode – heb ik ook nog regelmatig geskeelerd. Dat was dan de enige beweging die ik kreeg (naast fietsen naar school en schoolgym natuurlijk). Er zijn zelfs periodes geweest waarin ik iedere dag voor schooltijd drie kwartier ging skeeleren. Ik skeeler nog steeds graag, maar hier in Den Haag vind ik het niet zo fijn als in het Westland en mijn ouders zijn inmiddels verhuisd, dus eigenlijk komt het er nooit van.
Geen schoon-skier
En dan nu de sport die ik het langste doe. Eigenlijk is DIT mijn eerste sportieve herinnering. Skiën. De eerste keer dat ik op ski’s stond was ik twee – bijna drie – en stond ik op Minnie Mouse ski’s in Zwitserland. Mijn vader gaf me een klein duwtje in de rug en drie meter onder mijn vader stond mijn moeder me op te vangen. Het mag geen naam hebben. Sindsdien ben ik ieder jaar minstens een week op wintersport geweest. Ook hier is nog steeds geen uitzonderlijk talent ontdekt, maar ik kom inmiddels wel overal vanaf en kan lekker door skiën. Toch komt ook hier een stukje motoriek en houding bij kijken en ja… die twee dingen ontbreken hier net zo veel als bij tennis en ballet. De schoonheidsprijs zal ik dan ook niet zo snel winnen.
Volgens mij zijn dit wel zo’n beetje alle sporten die ik in mijn leven gedaan heb. Als je badminton, tafeltennis en beachtennis op vakantie niet meetelt dan, want dat doe ik OOK heel graag. Zo graag dat mijn mede-vakantiegangers er soms gek van worden, ik kan dat namelijk gerust de hele dag doen en aangezien je dat niet alleen kunt doen, ben ik altijd op zoek naar slachtoffers. Daarom vind ik hardlopen ook zo’n ontzettend fijne sport. Daar heb je in principe helemaal niemand voor nodig en je kunt het altijd en overal doen. Lekker praktisch, hou ik van!
Welke sporten heb jij in je leven allemaal gedaan? Doe je deze sporten nog steeds?
Liefs,
Annemerel
Ik heb een paar jaar op voetbal gezeten. Op turnen en op korfbal. Nu sport ik niet meer. Het fietsen naar school, horeca werk en wandelen met de hond vind ik genoeg haha.
Oh ik heb ook nog een tijdje op streetdance gezeten maar de dansgroep was niet leuk..
Leuk om dit eens te lezen! Vind je zomer blogs tot nu toe heel leuk en vernieuwend, kom veel nieuwe dingen over je te weten ondanks dat ik je al super lang volg!
Hier sluit ik me helemaal bij aan!
Ik heb vroeger paardgereden en getennist. Daarnaast veel skeeleren en schaatsen. En nu nog af en toe (oeps) hardlopen.
Mijn ‘sport geschiedenis’ lijkt best veel op die van jou. Na het behalen van zwemdiploma B mocht ik van mijn ouders een sport uitkiezen, en dat werd tennis. Daarna heb ik nog enkele jaartje geturnd en gedanst, maar dat eindigde beide bij de fysio. ‘Zwakke gewrichten en pezen’ zeiden ze, dus dan maar hardlopen.
Mijn ouders zijn ongelooflijk sportief en hebben me echt op alle soorten sporten gestuurd.
Ik deed kleuterzwemmen en kleuterturnen.
Zowel mijn zwem-als turncarrière zijn nooit helemaal mijn ding geweest, maar ik heb er wel lenigheid (al is die al een groot stuk verdwenen helaas) en een goede zwemconditie + techniek aan overgehouden.
Ik heb ook volleybal gedaan en atletiek, maar uiteindelijk bleek mijn passie (tot groot ongenoegen van mijn ouders) paardrijden te zijn.
Ook skeeleren is de revue gepasseerd.
Momenteel hou ik het op hardlopen en skiën, met af en toe nog eens paardrijden (oude liefde gaat nooit helemaal weg).
Ik heb mijn ouders dikwijls vervloekt om alle sportieve verplichtingen, maar achteraf gezien ben ik er best blij om :-)