Ik stelde weer uit. Eerst mijn CPC diary schrijven. Vervolgens mijn blog met Brusselse hotspots. Daarna zou het een mooi moment geweest zijn om die hardloopschoenen aan te trekken, maar in plaats daarvan opende ik Final Cut Pro en editte ik mijn vlog van de dag ervoor. Het was kwart voor twaalf toen ik klaar was, een kwartier voordat de 10 kilometer begon. Ik had al bijna mijn chill outfit aangetrokken toen ik de reacties op mijn blog van gisteren las… ‘Kom op, nu eerst even hardlopen en dan straks met een icepack op je knie Sven kijken’.
Hmm…. daar zat wat in en het eerste uur van de 10 kilometer zou er toch geen favoriet het ijs op komen. Hup, naar buiten.
En zo geschiedde. De training die in mijn horloge stond – inlopen – 6x (1KM T 4.30-4.40 + 1KM T 5.00-5.10) paste ik na vier kilometer kilometer een beetje aan. De wind tegen zorgde er voor dat ik de pace op de boulevard niet vol kon houden. Daarnaast had ik na ongeveer drie, vier kilometer het gevoel alsof er iemand met een hakbijl op mijn meniscus aan het inhakken was, na vijf kilometer leek het me dus een mooi moment om om te draaien. Wonder boven wonder was dat gevoel tijdens de laatste kilometers verdwenen en ook na het lopen heb ik dit gevoel niet meer gehad. Bijzonder. Uiteindelijk heb ik iedere kilometer netjes de beoogde pace behaald, alleen die twee kilometers op de boulevard met de wind in mijn gezicht is dat niet gelukt. Ik liep in totaal 10 kilometer.
De beloning van lekker in mijn joggingpak op de bank Sven kijken met een icepack op mijn knie, viel ietwat in het water. Het voelde meer als een lange, pijnlijke, emotionele marteling.
Als ik een ding niet verwacht had.
Als ik iemand dit niet gegund had.
Blijkt maar weer, de mens is geen machine. En Sven is daarop geen uitzondering. Die 13 minuten, 1 seconde en 2 honderdsten voelden bijna als een persoonlijke nederlaag. Bijzonder hoe je zo intens met iemand mee kan leven.
Na de race besloot ik eindelijk het boek ‘Endure: Mind, Body, and the Curiously Elastic Limits of Human Performance’ te downloaden van oud Runner’s World redacteur Alex Hutchinson. Het boek kwam vorige week uit, maar de (ietwat lange) levertijd bij Bol.com zorgde ervoor dat ik het maar niet bestelde. De eerste 35 pagina’s las ik al wel op mijn iPhone in iBooks, maar om de rest te lezen moest ik toch echt het boek kopen. Maar dit soort boeken lees ik liever op papier, gewapend met een marker onderstreep ik alle voor mij interessante passages. Maar goed, als het boek niet op voorraad is, dan maar de digitale versie.
Ik besloot op het laatste moment toch nog even te bellen naar het American Book Center in Den Haag, in de hoop dat ze hem daar wel hadden staan. Bleek, ze hadden er net eentje binnen gekregen. Je begrijpt dat ik meteen op mijn fiets sprong om hem op te halen. De zon was inmiddels gaan schijnen en ik rook het voorjaar. Ik fietste langs het Malieveld en kreeg een beetje kippenvel, hier is over 23 dagen de start en finish van de CPC. Ik heb er zoveel zin in.
De rest van de middag en avond spendeerde ik met het lezen van dit boek en las ik interessante passages als ‘you judge what’s sustainable based not only on how you feel, but on how that feeling compares to how you expected to feel at that point in the race’. Dit geldt voor mij zeker. Die keer dat ik 3.26 in de marathon liep had ik absoluut niet het idee dat dit een mogelijkheid was. Iedere keer als ik op mijn horloge keek was ik verbaasd over mijn snelheid en hoe ik me voelde, dat gaf me vleugels. Nu ik weet dat 3.26 een mogelijkheid is, mis ik die vleugels een beetje, want de verwachting ligt zoveel hoger en het is me tot nu toe niet gelukt om die vleugels na te bootsen door wederom harder te lopen op een voor mij comfortabel tempo. Ik hoop dat dit boek me handvaten kan geven om mijn brein wat meer te trainen, want naast die haperende knie denk ik dat mijn hoofd me vaak het meest in de weg zit. Binnenkort een uitgebreide review over dit boek.
Inmiddels is het vrijdagochtend en zit ik met mijn MacBook op de bank. Mijn knie voelt relatief goed, door mijn gordijnen heen zie ik een blauwe lucht en een zon. Ik sluit niet uit dat ik vandaag nog een kort rondje ga hardlopen. Of ik daadwerkelijk naar buiten gegaan ben lezen jullie morgen.
Liefs,
Annemerel
Hup naar buiten, het is heerlijk weer op het strand (de boulevard ligt nog in de schaduw)!
Heel goed dat je gisteren toch bent gegaan!!
Zie je wel dat je het kunt?
En gisteren was het slechter weer dan nu.
Dus kom op, lekker het zonnetje in.
Dat zal je goed doen!
Ik heb nog een running question voor je. Waar steek je al je gelsnoepjes voor tijdens je lange duurlopen? Ik ben voor mijn eerste marathon aan het trainen (Rome, 8 april) en ik heb géén idee welke running belt, flip belt of hardloopriem ik moet kopen. Met of zonder flesjes in? Of verstop ik tijdens mijn trainingen een flesje water achter een boom? Voorlopig steek ik mijn gelsnoepjes & repen in mijn vestzak, maar ik denk dat het op 8 april daarvoor te warm zal zijn. Onderweg drinken doe ik nog niet, heel slecht, ik weet het.
Wat goed dat je eergisteren (alweer) gegaan bent! Ben benieuwd naar gisteren en naar het boek.