7.00u, de wekker gaat. Na drie keer snoozen besluit ik niet te gaan hardlopen. Ik wil slapen. Maar als ik mijn vader op hoor staan kan ik natuurlijk niet achterblijven. Ik bedoel, het zal toch niet gebeuren dat mijn vader wel gaat hardlopen en dat ik een rondje oversla. Daar ben ik net iets te trots en competitief voor.