Ik zei drie weken geleden toch al dat ik jullie op 2 december meer kon vertellen over mijn afspraak met de hoofdredacteur van Metro? Nou… het is 2 december en ik heb dus nieuws. Vanaf deze week zal ik iedere dinsdag de fit & health pagina’s vullen in Metro.
Al jaren droomde ik ervan. Gewoon in de auto stappen en naar Parijs rijden. In mijn ‘droom’ was het echter een uurtje of 7.00u als ik in mijn auto stapte, had ik snel een tasje ingepakt en wist ik toen ik de deur uitliep dat ik naar Parijs ging. Dat was zondag niet het geval. We zouden thee drinken en taart eten in Rotterdam, maar toen we er onderweg naar Rotterdam maar niet uitkwamen waar we dat precies gingen doen, zei ik (half voor de grap) ‘we kunnen ook naar Ladurée rijden’. Dat werd met gelach beantwoord, maar voor ik het wist had ik alle afslagen naar Rotterdam gemist en reed ik over de Moerdijkbrug Noord-Brabant binnen. Pas toen ik voorbij Antwerpen was zei ik tegen mijn partner-in-crime, zal ik gewoon écht doorrijden naar Parijs?
Veel mensen denken dat ik bakken met geld uit geef aan kleding en dat ik iedere week shop. Als ik ze dan vertel dat alle kledingstukken die ik dit jaar gekocht heb op twee handen te tellen zijn (en dat ik dan zelfs nog vingers over hou), zijn ze extreem verbaasd. Ik kan ze het eigenlijk niet kwalijk nemen, want ik heb inderdaad niets te klagen als het op spullen aankomt, maar ik shop niet vaak.
Toen ik net achttien was viel er een brief bij mijn ouders op de mat, gericht aan ondergetekende. Of ik wilde laten weten of ik donor zou willen worden. Hoewel ik altijd van de daken schreeuwde dat ik dus écht wel donor zou worden, greep die brief me naar de keel. Gatverdamme. Ik wil nog helemaal niet dood. Gelukkig was er op dat moment geen enkele indicatie dat ik wel snel zou komen te overlijden, maar het idee dat ik daar over na moest denken, het maakte me ziek. Dus negeerde ik die brief. En iedere donorweek deed ik mijn slaapmasker op. Ik wilde het niet horen, ik wilde er niet over nadenken.