Nadat ik gisteren mijn eigen stukje las over het feit dat ik al zes dagen niet had hardgelopen, trok ik mijn hardloopschoenen aan en ging ik naar buiten. De echte regen was even gestopt, het miezerde alleen nog een klein beetje. Nou, daar ga ik niet dood van, dus hup gaan met die banaan!
Ik liep zeven kilometer en ECHT niet zo hard (gemiddelde van 11 kilometer per uur, terwijl ik ook wel met 12 kilometer gelopen heb), maar ik kwam thuis en ik was kapot. 42:7=6. ZONDAG MOET IK ZES KEER ZO VEEL LOPEN. Ergens in mijn achterhoofd wist ik ook wel dat een slechte generale, een fantastische repetitie is (en de meisjes van girlslove2run bevestigden dat nog even lief voor me). Maar toch hé.
Ergens denk ik te weten waar het door komt, die moeite met die zeven kilometer. Ik hou gewoon niet van korte afstanden. Als ik denk oh “even” zeven kilometer lopen of “even” tien kilometer lopen, dan denk ik dat ik daar zo mee klaar ben. Maar dat is niet zo, want 38 minuten of 55 minuten, dat is niet niets. Ga maar eens zo’n tijd in de trein zitten, dat is ook niet INEENS voorbij. Continu denk ik, ben ik er nu al, zijn we nu al bijna klaar? Heb ik serieus pas drie kilometer gelopen?!
Terwijl als ik een lange afstand loop, dan stel ik me daar helemaal op in. Dat is voor mij echt hardlopen. Ik zeg tegen mezelf, zo, en vandaag gaan we even 25 kilometer lopen. Jup, dat gaat lang duren, maar joh geniet er nu maar gewoon van. Ik loop dan veel rustiger, terwijl mijn daadwerkelijk tempo niet eens veel onderdoet voor het tempo van die zeven kilometer.
Ben ik de enige die dit heeft? Ik kan het me eigenlijk niet voorstellen!
Overigens nog DRIE nachtjes tot de marathon, nu komt het wel schrikbarend dichtbij!
Liefs,
Annemerel
Follow my blog on bloglovin