Tijdens een wedstrijd – waarin je echt je best doet om een snelle tijd neer te zetten, of waar de afstand dusdanig lang is dat je niet zeker weet of/hoe je de finish haalt – treed je sowieso buiten je comfortzone. Mijn eigen comfortzone ligt tussen de 0 en 25 kilometer en een snelheid tussen de 4’50 en 5’10. Als ik goed ben uitgerust en niet geblesseerd ben, kan ik dit op iedere willekeurige dag lopen in een training. Een marathon in dat tempo ligt iets buiten mijn comfortzone, een marathon 20 seconden per kilometer sneller ligt nog verder buiten die comfortzone. Een 10 kilometer met een pace van 4’15, dat is sneller dan comfortabel, maar ik draai mij hand er niet voor om tijdens een wedstrijd. Een 10 kilometer sneller dan 4’05 is een ander verhaal. Maar wat echt VER buiten mijn comfortabele cirkel ligt, is een 3000 meter wedstrijd op de baan. Die ik niet voor mezelf loop, maar voor een team, een club. Mijn atletiekvereniging.