RUN BABY RUN: Week 2, de week waarin geen enkele training ging zoals op mijn schema stond

Van de zes trainingen die ik afgelopen week deed, verliep er geen enkele precies zoals op mijn schema staat. Maar (volgens mij was het Eliud Kipchoge’s coach Patrick Sang die dit zei) ‘The schedule should follow the athlete, not the other way around.’ Het liep allemaal gewoon een beetje anders.

Bekijk bericht

RUN BABY RUN: Mijn eerste trainingsweek voor mijn najaarsmarathon

Afgelopen week liep ik voor het eerst sinds Málaga met een schema dat niet van mijn hand, maar van de hand van Tuur kwam. Na maandenlang zelf een beetje aanmodderen is Tuur nu weer eindbaas van mijn schema. De eerste week was meteen een week met 72 kilometer. En dat ging niet vanzelf…

Bekijk bericht

RUN BABY RUN: Trainen voor mijn najaarsmarathon

Na vier maanden waarin ik zelf de regie in handen had, is Tuur sinds maandag weer eindbaas van mijn schema. Ik dacht dat ik het na Málaga zelf allemaal ook wel kon. Natuurlijk keken we samen naar mijn trainingen, maar er was geen schema, op papier, speciaal voor mij. Er was geen opbouw, geen continuïteit, blessures waren er (mede daarom) wel. Toen we vorige week van Frankrijk naar huis reden vroeg Tuur wat mijn grote hardloopdoel was voor dit najaar. Daar hoefde ik niet lang over na te denken, een sterke* marathon lopen. Ik heb genoeg tijd (een half jaar), maar als ik zo blijf aanklooien kom ik nooit een stap verder.

Bekijk bericht

RUN BABY RUN: Wat je moet weten voor een baanwedstrijd

Foto: Joyce Bongers

Baanwedstrijden. Ik heb er een haat-liefde verhouding mee. Het lijkt zo simpel, een X-aantal rondjes op de baan lopen. Qua parcours weet je precies wat je te wachten staat. Geen spontane heuveltjes of kasseien, gewoon vlakke rondjes van 400 meter. Maar juist omdat er zo weinig ‘externe factoren’ zijn die een PR in de weg kunnen zitten, is de drang om te presteren extra hoog. Plus, als je halverwege je wedstrijd stuk gaat, zal iedereen langs de kant hier getuige van zijn. Je wordt ingehaald, misschien zelfs wel ‘gedubbeld’ (je wordt op een rondje gezet) en als het echt heel zwaar wordt kan dat stemmetje met ‘ik kan ook uitstappen’ ook ineens opduiken. De kleedkamer is namelijk – in tegenstelling bij de meeste wegwedstrijden – op ieder moment van de wedstrijd redelijk dichtbij. Vlak voor een wedstrijd (en vaak ook tijdens de laatste rondjes van een wedstrijd) denk ik, dit doe ik nooit meer. Maar in de auto naar huis fantaseer ik vaak alweer over mijn volgende poging. Lijkt het jou ook wel wat om eens een wedstrijd op de baan te lopen? Dit moet je weten.

Bekijk bericht

RACE: mijlenver buiten mijn comfortzone tijdens de 3000 meter

Tijdens een wedstrijd – waarin je echt je best doet om een snelle tijd neer te zetten, of waar de afstand dusdanig lang is dat je niet zeker weet of/hoe je de finish haalt – treed je sowieso buiten je comfortzone. Mijn eigen comfortzone ligt tussen de 0 en 25 kilometer en een snelheid tussen de 4’50 en 5’10. Als ik goed ben uitgerust en niet geblesseerd ben, kan ik dit op iedere willekeurige dag lopen in een training. Een marathon in dat tempo ligt iets buiten mijn comfortzone, een marathon 20 seconden per kilometer sneller ligt nog verder buiten die comfortzone. Een 10 kilometer met een pace van 4’15, dat is sneller dan comfortabel, maar ik draai mij hand er niet voor om tijdens een wedstrijd. Een 10 kilometer sneller dan 4’05 is een ander verhaal. Maar wat echt VER buiten mijn comfortabele cirkel ligt, is een 3000 meter wedstrijd op de baan. Die ik niet voor mezelf loop, maar voor een team, een club. Mijn atletiekvereniging.

Bekijk bericht