Ik zei dus – heel naïef – tegen mezelf dat ik niet ging shoppen dit voorjaar. Gewoon van half januari tot en met eind april niets kopen. Hoe moeilijk was dat nu eigenlijk. Ik heb het druk zat met andere dingen, dus uit verveling hoefde ik niet te gaan shoppen. Ik heb kleding in mijn kast hangen en op sommige dagen heb ik zelfs het gevoel dat ik ‘genoeg’ leuke kleding in mijn kast heb hangen. Al die kleding, het is toch maar weer meer van hetzelfde. Wat heb je daar nu eigenlijk aan. Ik spaarde liever voor citytrips en andere vakanties. Aan het feit dat ik in de verleden tijd schrijf, kun jullie vast al aflezen dat er iets veranderd is.
Toen ik in 2006 begon met hardlopen, liep ik hard in spijkerhotpants. In de winter liep ik in een dikke legging van ZARA en een oude trui van Tommy Hilfiger. Hardloopkleding? Daar ging ik geen geld aan uitgeven. In 2011 kocht ik pas mijn eerste hardlooplegging, een dag voor de halve marathon van Den Haag, ik had toch zoiets van… misschien moet ik die wedstrijd maar in een echte hardlooplegging lopen in plaats van een katoenen ding van ZARA, anders vinden mensen mij misschien geen echte hardloper(?). Inmiddels zijn we drie jaar verder en ligt mijn kast vol met hardloopleggings. Tijd om ze op een rijtje te zetten en de voor- en nadelen van de verschillende leggings te bespreken.