Toen ik zaterdag ein-de-lijk voor het eerst die week tijd (en zin) had gevonden om hard te gaan lopen was ik eerst mijn hardloopbroek kwijt. Ik zocht o-ver-al, gaf alles de schuld (behalve mezelf natuurlijk), uiteindelijk lag hij midden in de woonkamer waar ik hem vier(!) dagen daarvoor gefotografeerd had. Denk je dat je klaar bent om te gaan, kun je je iPodoortjes niet vinden. De dag daarvoor zaten ze nog in mijn tas, zaterdag waren ze nergens meer te bekennen. Alles afgezocht natuurlijk, hevig gefrustreerd geraakt, want hal-lo, wil en kan ik eindelijk gaan hardlopen, komt er zoiets onbenulligs en irritants voorbij.
Na een uur zoeken (en schelden), had ik mijn iPodoortjes nog steeds niet gevonden. Het was uitgesloten dat ik zonder zou gaan rennen, dat kan ik gewoon niet, ik bedoel, het moet wel leuk blijven natuurlijk. Dus verruilde ik mijn hardloopbroek en sportschoenen voor een skinny jeans en uggs en vertrok ik naar de stad. iPodoortjes kopen. Ik was van plan om na thuis komst gelijk weer in mijn hardloopbroek te schieten, maar eh.. de tijd was toen wel een beetje voorbij en de zin al helemaal.
Zondag liep ik wel, maar niet van harte. ’s Middags zei ik tegen mijn moeder dat ik het zo bijzonder vond dat ik nog helemaal niet ziek geweest was. Normaal ontvangt mijn lichaam zowel iedere goed- als kwaadaardige bacil met open armen en ben ik al drie keer flink verkouden geweest voordat november goed en wel voorbij is. Dit jaar niet. Hoe dat volgens mij komt? Mijn dagelijkse shot van Vitamine B en het Vitamine C bruistablet. Goed, dat soort dingen moet je natuurlijk nooit hardop zeggen, want de volgende dag werd ik wakker met een tennisbal in mijn keel en een hoofd vol dufheid en snot. Ik probeerde te werken achter mijn iMac, maar voelde me vooral erg zielig. Dus ging ik terug naar bed, samen met mijn MacBook, en samen verzetten we toch nog het werk dat ik eigenlijk zou moeten doen.
Maar die zon he, daar moest ik wat mee doen. Ik moest lopen. En dus ging ik lopen. Ik liep in totaal negen kilometer, een race tegen de klok, want om 15.00u moest ik alweer werken bij Elzenduin. De eerste kilometers waren zwaar, waar moest ik in godsnaam mijn adem vandaan halen? Maar de laatste kilometers waren heerlijk. Ik liep de negen kilometer in een redelijke tijd, in 51 minuten en 30 seconden. Voor een training met veel wind en ademhalingsproblemen vind ik dat heus zo verkeerd nog niet. En zonder pauze’s natuurlijk. Nu hoop ik op een beetje meer rust (zodat ik vaker kan lopen) en fijnere weersomstandigheden (zodat mijn zin om te lopen ook een beetje toeneemt).
Oh en heugelijk nieuws, ik ben deze week over de 100 kilometer gekomen! Sinds 1 november heb ik nu 103,5 kilometer gelopen! Oh yes, het voelt zo goed om doelen te halen.. New York City here I come!
Liefs,
Annemerel
Follow my blog on bloglovin