Toen Roos vijf jaar geleden voor het eerst hardloopschoenen aantrok droomde ik er voor het eerst van om samen een (halve) marathon te lopen. Maar Roos leed in de eerste vijf jaar van haar loopcarrière aan hetzelfde syndroom als waar ik in mijn eerste vijf jaar aan leed. Het veel-te-snel-opbouwen-geblesseerd-raken-gedemotiveerd-raken-aan-de-kant-zitten-en-weer-te-snel-opbouwen-weer-te-snel-opbouwen-syndroom. Een vicieuze cirkel. Het was Roos dan ook nooit eerder gelukt om door te trainen tot een halve marathon. Ook dit keer dreigde het weer fout te gaan.
Dit keer bouwde ze rustig op, in Italië liep ze net als ik drie keer per week en ook de rest van de zomer bleef ze netjes een paar keer per week hardlopen en haar afstanden steeds iets uitbreiden. Ze had zelfs een schema. Maar nog geen week nadat ze aan haar schema begonnen was kreeg ze toch weer overal pijntjes. Toen ze een maand voor de halve marathon eindelijk een fysio bezocht had ze al een paar weken niet gelopen en zag ze haar halve marathon eigenlijk alweer in het water vallen.
Maar Roos besloot zich dit keer niet zo makkelijk gewonnen te geven en liep in de laatste twee weken voor de halve marathon nog ‘even’ 14 en 16 kilometer. Genoeg om zichzelf er van te overtuigen dat ze het wel kon. Haar doel stelde ze iets bij. In plaats van finishen onder de 2.00, maakte ze er finishen onder de 2.05 van. En zo stonden we afgelopen zondag om half twee in de brandende zon aan de start van de halve van Amsterdam.
Ik zou eigenlijk een startvak voor Roos van start mogen, maar besloot dat ik meer plezier zou halen uit haar hazen, dan mijn eigen wedstrijd lopen. Berlijn was pas drie weken geleden, daarna heb ik nog een mislukte tien kilometer wedstrijd gelopen en liep ik als langste afstand in een training 7 kilometer. Een PR zou er toch niet in zitten en met New York in mijn vizier wilde ik ook niks forceren. Daarnaast was het ook veel te warm om een echt snelle tijd te lopen. ’s Ochtends tijdens de marathon was de temperatuur nog wel redelijk, maar rond half twee stond de zon boven aan de hemel en liep het kwik op tot boven de twintig graden. Mijn Garminhorloge zei zelfs dat het 26 graden was, maar daar geloof ik dan weer net niet in.
Roos haar doel was 2.05, maar ik wist dat ze nog blijer zou worden als ze 2.00 zou lopen. Ik was dus van plan om op een tempo te gaan lopen waarmee ze of net onder de twee uur zou duiken, of net er boven als ze het uiteindelijk toch niet vol kon houden. Een pace tussen de 5’35 en de 5’40 dus. Het voelde voor mij de eerste kilometers een beetje onwennig, niet alleen omdat ik normaal gesproken iets sneller loop, maar ook door de adrenaline die op dat moment door mijn aderen gierde, die combinatie zorgde ervoor dat ik het gevoel had dat ik bijna stilstond en er leek in eerste instantie geen einde aan die eerste kilometers te komen.
Maar dat veranderde toen ik er eenmaal in zat en het eerste waterpunt in zicht kreeg, hier begon een van mijn belangrijkste en lastigste taken; twee bekertjes water pakken. Eentje voor mezelf, eentje voor Roos. Ik vertelde Roos dat ze door moest lopen, ik zou haar later met de bekertjes wel weer inhalen. Nou, dat ging niet zo makkelijk als ik mezelf had voorgesteld. Doordat het zo warm was, was er werkelijk niemand die het waterpunt oversloeg en het was mega druk op het parcours. Dus kun je nagaan wat er gebeurde bij het waterpunt. Botsingen. Mijn bekertje water voor Roos was al bijna leeggeklotst toen ik haar eindelijk weer had bijgehaald. Gelukkig wilde ze toch niet veel drinken want ze moest plassen.
Het lopen ging heel makkelijk, maar of Roos het ook zo makkelijk had dat wist ik natuurlijk niet. Dus draaide ik me iedere vijftig meter wel een keertje om, om te kijken of Roos nog achter me liep. Dat was ook nog een redelijke uitdaging, want het was dus nog steeds heel druk. Inmiddels waren we op het marathonparcours terecht gekomen en daar liepen ook nog steeds marathonlopers. Normaal gesproken valt het veld op een gegeven moment wel een beetje uit elkaar, dat was zondag niet het geval. Op de punten waar het parcours smal was had ik moeite niet overhoop gelopen te worden. Nee mensen, je kunt niet door me heen.
Mijn grootste frustratie had ik bij het 14 kilometerpunt, dit was het 35 kilometerpunt van de marathon en hier was een waterstop. Het parcours was hier extreem smal en hier hadden al urenlang marathonlopers gelopen, de hele weg lag dan ook bezaaid met bekertjes en sponsen. Op dit punt besloten mensen ook om gewoon stil te gaan staan en hun water te drinken, dus je begrijpt, hier twee bekertjes water halen was een uitdaging van formaat. Een uitdaging waarin ik faalde, want terwijl ik zocht naar een punt waar ik makkelijk een bekertje aan zou kunnen pakken, struikelde ik over een spons en zwikte ik pijnlijk door mijn enkel, de zijkant van mijn voet raakte het asfalt en ik kon mezelf maar net staande houden. Nu zwik ik wel vaker door mijn enkels, maar dit keer bleef de pijn venijnig lang aanwezig. Ik had geen aandacht meer voor het waterpunt en excuseerde me naar Roos toe dat er dit keer geen bekertje water in zat. Maakte haar niet uit, want haar blaas stond nog steeds op knappen en dat deed ‘ie dan ook, op 17 kilometer.
Met mijn enkel kwam het uiteindelijk weer goed, er is inmiddels niks meer van te zien. Dus no worries richting New York.
Roos begon het steeds zwaarder te krijgen. De Running Junkies op 17,5 voor het Rijksmuseum gaven haar nog iets van energie, maar in Het Vondelpark ging het licht uit. Dit was geen ‘ik heb geen zin meer’ uitdrukking op haar gezicht, dit was… ik kan echt niet meer. Ze moest even wandelen. De kleur was volledig uit haar gezicht getrokken, de haartjes op haar armen stonden overeind en haar benen zwalkten alle kanten op. Ik dacht, dit is het, die krijg ik nooit meer aan het lopen.
Maar ik vergeet soms dat Roos iets minder snel opgeeft dan ik en na nog geen minuut wandelen (wat overigens wel een eeuwigheid leek te duren, maar uit mijn statistieken blijkt dat het nooit meer dan een minuut geweest kan zijn) begon ze weer rustig te joggen. Het zag er niet meer uit en iedereen langs de kant had door dat Roos het erg zwaar had. Haar naam werd continu geroepen, maar reageren kon ze niet meer. In het Olympisch Stadion dacht ze dat ze er was, ze zag een boog. Nee Roos, je moet nog even door. Het verdriet op haar gezicht toen ik haar dat vertelde…
We kwamen er, hand in hand over de finish. Nog geen meter naar de finish liet ze zichzelf over een hek heen vallen en het duurde erg lang voordat er weer contact met haar gemaakt kon worden. Twee eerste hulpmedewerkers controleerden of alles goed ging, maar dat is voor Roos niets nieuws. Na een flesje water van Mari werd ze weer iets meer mens en na een douche en een schone set kleding in de sporthal leek ze weer op de Roos die ik ken. Gelukkig.
En als je je afvraagt of Roos ooit nog een halve marathon loopt? We waren het stadion nog niet uit of ze had het over de CPC. Blijft familie van mij he ;-).
Liefs,
Annemerel
Allebei jullie video’s waren echt heel leuk! En zo leuk dat je samen met Roos een halve heb gelopen!
Ik hoop zelf ooit nog een halve marathon met mijn zus te lopen, maar wij lopen alleen kleinere afstanden samen. Als doel heeft ze nu de halve van Amsterdam in 2018 en dan hoop ik haar haas te kunnen zijn :) maar dat duurt nog even.
Ik zag jullie lopen net na het Vondelpark en haar uitdrukking klopt wel nu ik dit verhaal lees: moeilijk gezicht, badend in het zweet. Ze leek het zo zwaar te hebben en zelfs jij had het volgens mij niet makkelijk! Ik had zo’n medelijden met Roos toen ik jullie zag, haha. Het was ook zó warm!
En het klopt dus dat het super druk was op het parcours. Ik ben nu dit jaar en vorig jaar wezen kijken en wil volgend jaar eindelijk mijn eigen eerste halve marathon lopen, maar ergens houdt de drukte mij wel tegen om hem in Amsterdam te gaan doen. Vorig jaar was precies hetzelfde. Nergens lijkt het op het parcours wat uit elkaar te lopen… hmm.
Wauw, Roos heeft echt een knappe prestatie geleverd. Ik zag al in je vlog van gisteren dat ze het inderdaad zwaar had. Trots op je Roos, je hebt het verdiend!
Echt super goed van je zus!
En dat jij ook zo bij haar gebleven bent! Erg knap.
Heel goed dat ze doorgezet heeft tot het einde !
Haha, dat einde. Wat een onwijs goede prestatie van Roos zeg en knap dat ze doorgezet heeft!
Superknap van Roos! Supergoed dat ze hem heeft uitgelopen. En ook heel knap van jou dat je bij haar bent gebleven, ook al is je eigen tempo sneller. Ik ben heel benieuwd eigenlijk… Heeft Roos’ haar vriend nog de marathon nog gelopen?
Auteur
Jaaaa! Hij heeft hem in 3.38 gelopen, in haar video vertelt ze er meer over https://www.youtube.com/watch?v=2dg5wCCjARA&t=653s