Tijdens een wedstrijd – waarin je echt je best doet om een snelle tijd neer te zetten, of waar de afstand dusdanig lang is dat je niet zeker weet of/hoe je de finish haalt – treed je sowieso buiten je comfortzone. Mijn eigen comfortzone ligt tussen de 0 en 25 kilometer en een snelheid tussen de 4’50 en 5’10. Als ik goed ben uitgerust en niet geblesseerd ben, kan ik dit op iedere willekeurige dag lopen in een training. Een marathon in dat tempo ligt iets buiten mijn comfortzone, een marathon 20 seconden per kilometer sneller ligt nog verder buiten die comfortzone. Een 10 kilometer met een pace van 4’15, dat is sneller dan comfortabel, maar ik draai mij hand er niet voor om tijdens een wedstrijd. Een 10 kilometer sneller dan 4’05 is een ander verhaal. Maar wat echt VER buiten mijn comfortabele cirkel ligt, is een 3000 meter wedstrijd op de baan. Die ik niet voor mezelf loop, maar voor een team, een club. Mijn atletiekvereniging.
Tot vorige week vrijdag had ik niet verwacht dat ik me hier ooit zorgen over zou moeten maken. Bij Olympus ’70 – mijn vereniging – lopen minstens vier meiden die een stuk sneller zijn dan ik op de korte afstand. Isa heeft bijvoorbeeld een PR van 10.27 op de 3000 en dat is nog ‘langzaam’ in vergelijking met de andere meiden, die stuk voor stuk onder de 10 minuten zijn gedoken. Kom ik dan met mijn 11.48. Maar hoe onwaarschijnlijk het tot vorige week ook leek, al die meiden waren óf geblesseerd, óf hadden andere plannen. En zo kwam het dat ik vrijdagmiddag bij Zier Running mijn eerste echte clubtenue afrekende.
Ik ging erin met het idee “ik heb niet voor deze afstand getraind, ik ben veel geblesseerd geweest, ik kan niet meer dan mijn best doen”, maar om de een of andere reden slopen er de laatste 24 uur voor de wedstrijd steeds meer zenuwen naar binnen. Ik heb geleerd om me geen zorgen te maken over die zenuwen, om er niet tegen te vechten, om ze gewoon te accepteren, dat ze er voor zorgen dat ik straks bij die wedstrijd zoveel adrenaline heb dat ik keihard gaan knallen. Maar wat als al die zenuwen voor fysieke ongemakken gaan zorgen? De hele tijd op het toilet (spoel alle energie maar meteen door de WC), geen eetlust (nog minder energie), extreem zware en vermoeide benen tijdens het inlopen en dan ineens een rommelende maag een paar minuten voor de start. Als ik zou zeggen dat ik mezelf onder controle had, dan had ik gelogen.
Een minuut voor het startschot prop ik nog een stuk eierkoek in mijn mond. Tuur zegt dat dit echt niet meer gaat helpen, maar ik had juist afgelopen week ergens gelezen dat je door iets in je mond te doen je hersenen kunt foppen dat ze energie krijgen, dus ik heb goede hoop dat het gaat helpen. Ik heb in ieder geval geen rommelende maag meer.
Als het startschot gaat schiet iedereen er vandoor. Ik loop mee in de groep en dat zorgt ervoor dat ik veel te snel open, als ik na 200 meter de klok passeer zie ik 40 seconden staan. Oeps, dat is een tempo van 10:00. Dat kan nu misschien goed voelen, dat zal ik later wellicht moeten bekopen. Ik besluit achteraan een groepje te hangen en te zien waar het schip strandt. Als ik Tuur op 400 meter passeer gilt hij ‘1.26’, dat is 6 seconden sneller dan we hadden afgesproken, maar het voelt goed.
De eerste kilometer loop ik in 3’45 tempo (als je dit tempo op de 10 kilometer loopt, loop je een tijd van 37:30). Het voelt goed, maar de meisjes voor me nemen gas terug. Een paar keer sta ik per ongeluk op een hak, ik verontschuldig me. Tuur zegt dat ik er voorbij moet en dat doe ik dan maar. In mijn hoofd tel ik de rondjes af. Op 1400 meter kom ik door in een tijd van 5:15, het gaat nog goed. Ieder rondje word ik op verschillende punten aangemoedigd, door mijn clubgenootjes, de coördinator van de competitie, door Tuur, zelfs door een aantal van jullie (terwijl jullie stiekem van een andere club zijn, haha dankjewel!).
De aanmoedigingen kunnen niet voorkomen dat ik in de laatste 600 meter compleet verzuur. Iedereen die ik in de tweede kilometer heb ingehaald, komt me voorbij. Mijn benen kunnen nog wel, mijn armen willen niet meer. Het is alsof er een onzichtbare kracht is die me tegenhoud, die mijn ledematen verzwaard. Blijven lopen, benen optillen, armen langs je lichaam, blijven ademen, rechtop, je bent er bijna, is wat ik mezelf vertel.
Een eindsprint zit er niet in, een PR wel, ik kom in 11.40 over de finish (3’53 per kilometer) en dat is toch mooi een PR van 8 seconden. Mijn enige andere 3000 meter wedstrijd deed ik een week voordat ik mijn PR op de 10 kilometer liep. Hoewel deze wedstrijd niet de schoonheidsprijs verdient, ben ik wel tevreden over mijn vorm, die de blessure-winter redelijk doorstaan heeft. Maar daar kan ik als ik net over de finish kom nog niet over nadenken. Ik ben compleet kapot. Ik wil op de grond liggen, maar dat vind ik er altijd zo dramatisch uit zien dus ik stort mezelf maar in de armen van clubgenootje Emma. Als die helaas naar de WC moet ben ik nog steeds niet hersteld en val ik alsnog bijna om. What happened? Dit soort taferelen heb ik dus écht niet na een (halve) marathon.
Ja, als ik langzamer gestart was, was ik aan het eind misschien niet zo ingestort. Maar soms moet je risico’s nemen om te kijken waar je staat. Of ik met een anders opgebouwde race sneller had gelopen? Geen idee. Ik liep in ieder geval een persoonlijk record en heb een flinke snelheidsprikkel gehad. Die kan ik mooi gebruiken voor mijn trainingen voor afstanden waarin ik me iets comfortabeler voel, de 10, de halve en de hele (marathon).
Heb jij weleens een baanwedstrijd gelopen? Vind jij een baanwedstrijd ook spannender dan een wegwedstrijd? Waar ligt jouw comfortzone? En hoe vaak treedt jij hier buiten?
Liefs,
Annemerel
De druk lijkt mij ook veeel hoger liggen bij zo’n wedstrijd, maar knap dat je jezelf toch nog zo hebt weten te pushen! Wel maximaal veel mensen die je aanmoedigen in elk geval ;) Gefeliciteerd met je PR!
Gefeliciteerd met je PR! toevallig in de Suzy Q&A gehoord over dat hersenen foppen met eten? ;) hoe liepen de vaporfly’s trouwens op de baan?
Auteur
OH JAAAAA ik wist niet meer waar ik het gehoord/gelezen had, maar het was Susan natuurlijk!